1. Voorwoord

2. Bomen in het Waddenlandschap

3. SIF

4. Pilot invasieve exoten van start

5. Boomziekten

6. Colofon en disclaimer

7. Jaarstukken

Voorwoord
Contactmomenten belangrijk
Het jaar 2021 stond wederom in het teken van het Coronavirus. De gebruikelijke inspecties en het snel vellen en opruimen van zieke iepen konden gewoon doorgang vinden. Vergaderen ging deels online en deels ook weer fysiek. Zo kon de kennismiddag voor bestuurders en ambtenaren op 3 november fysiek plaatsvinden, terwijl de deelnemersvergadering op 24 november online werd gehouden. Dergelijke contactmomenten zijn wel van groot belang voor een organisatie als de SIF.

We slagen er al jaren in om het ziektepercentage van de iep rond de 1% te houden. Dat is mooi en lukt alleen omdat de SIF, in tegenstelling tot solitair opererende gemeenten, alle iepen in een gemeente controleert. Dus ook die van terreinbeheerders en particulieren.

Het Waddenfondsproject ‘Bomen in het Waddenlandschap’ ter vervanging van door essentaksterfte gevelde essen heeft inmiddels twee plantseizoenen achter de rug. De SIF heeft zijn helft van de 2.700 bomen inmiddels nagenoeg geplant. Onze partner uit Groningen moet er daarentegen nog hard aan trekken om hun aandeel tijdig te realiseren. Voor het doortrekken van dergelijke projecten naar het werkgebied van onze overige deelnemers blijkt financiering het grote struikelblok te zijn.

Het bestuur heeft dezelfde samenstelling gehouden en bestaat per 1 januari 2022 uit:

  • Theunis R. Piersma, voorzitter;
  • Marten Speerstra, secretaris;
  • Roelof Bos, penningmeester;
  • Jan Dijkstra, vicevoorzitter en lid;
  • Irona Groeneveld, lid.

In 2020 slaagden Flora Rosenbrand van Wetterskip Fryslân en Gauke Dam van de SIF erin om hun eindrapport over de invasieve exoten af te ronden. Henk Flikkema van Wetterskip Fryslân en Gauke Dam van de SIF gingen vervolgens aan de slag als kwartiermakers voor het Collectief Invasieve Exoten Fryslân (CIEF). Hun inspanningen hebben er uiteindelijk toe geleid dat er voldoende deelnemers zijn om een dergelijk collectief voor een proefperiode van drie jaar van start te laten gaan, waarbij de SIF als projectleider fungeert.

Theunis R. Piersma, Voorzitter SIF






Bomen in het Waddenlandschap
Herplant geslaagd, op naar noodzakelijk vervolg
Om kaalslag door essentaksterfte te voorkomen, startte de SIF - samen met de Groninger Bomenwacht - in 2020 met de herplant van 2700 bomen in het Friese en Groninger waddengebied. Evenredig verdeeld over beide provincies. In Fryslân heeft de SIF - in het kader van dit project Bomen in het Waddenlandschap - afgelopen twee jaar de toegewezen 1350 bomen succesvol herplant. Daarbij is bewust gekozen voor de herplant van zoveel mogelijk verschillende soorten. Niet alleen om de uitval bij ziekte te beperken, maar als bijdrage aan de biodiversiteit. Bovendien zijn er nog geen resistente essen beschikbaar. Herplant van de soort zelf is dus (nog) niet mogelijk.

Van oudsher zijn er veel iepen en essen – die goed tegen de grondsoort en klimaatomstandigheden bestand zijn – geplant in het waddengebied. Dat is mooi, maar zorgde wel voor een ‘monocultuur’ die kwetsbaar is voor ziekten en plagen zoals inmiddels blijkt.

Waar de iepziekte redelijk onder controle is, verzoorzaakt de essentaksterfte grote problemen en uitval. Een groot deel van de essen in het waddenkustgebied is getroffen door deze agressieve schimmelziekte waarvan de bomen niet herstellen. De afgelopen jaren zijn er niet zonder reden duizenden essen gekapt. Wetenschappelijk onderzoek voorspelt dat zeker 80% van alle essen zal verdwijnen. Met een omvangrijke aantasting van het landschap, de beleefbaarheid en de leefbaarheid van met name het kustgebied als gevolg.


Aangetaste essen worden vooral om veiligheidsredenen gekapt, niet om de verspreiding van de ziekte te voorkomen. De ziekte wordt namelijk veroorzaakt door een schimmel, het vals essenvlieskelkje, die zich in de vorm van sporen door de lucht verspreid. Het ruimen van aangetaste bomen voorkomt de verspreiding dus niet.


Huidige situatie
De uitval van zieke essen is nog niet beheersbaar en daardoor is het aanplanten van nieuwe bomen nog steeds urgent. Wat betreft de Friese Waddenregio zal de uitval van aangetast essen in de huidige en komende jaren nog minimaal 4.500 stuks bedragen.

Met genoemde aanplant van 2.700 bomen in het waddengebied wordt een mooie bijdrage geleverd aan het herstel van de groene, landschappelijke structuren. Het schiet echter tekort om het aantal inmiddels zieke essen te vervangen en het bomenbestand op peil te houden.

Met het vooruitzicht dat de ziekte zich verder verspreidt, pleiten beide stichtingen voor een vervolgproject waar in 2022 werk van wordt gemaakt in de vorm van een toekomstplan en subsidieaanvraag.






SIF
Collectief draagt bij aan omgevingskwaliteit
De SIF speelt een belangrijke rol in het behoud van de iep in de provincie. En inmiddels ook van de vervanging van zieke essen in het Waddengebied. In de collectieve aanpak staan samenwerking, afstemming en kennisdeling centraal. Een succesvol recept. Niet alleen met het oog op controle, sanering en beheersing van boomziekten, maar ook als het gaat om kennisdeling en de herplant van bomen. “Zonder de collectieve aanpak waren we niet zover gekomen”, is de stellige overtuiging van Gauke Dam.

De projectleider van de SIF verwijst daarbij naar de problemen die men in andere provincies heeft met het onder controle krijgen van de iepziekte. En naar het zich laat aanzien geldt hetzelfde voor de essentaksterfte die sterk ‘in opkomst’ is. “Niet voor niets heeft ook de Noordoostpolder zich bij het collectief aangesloten”, aldus Dam die aangeeft dat er ook belangstelling is vanuit de kop van Noord-Holland waar men de iepziekte nog lang niet onder controle heeft.

Niet verslappen
Met het afsluiten van beide herplantprojecten (provinciaal en in het Waddengebied) in 2020, mocht Fryslân zich weer 14.000 resistente iepen rijk rekenen. Daarmee werd de in 2005 in gang gezette sanering van zieke iepen gecompenseerd, vertelt Dam. “Nu is het zaak om niet te verslappen en de ziekte onder de duim te houden”, weet hij. “De jaarlijkse controles blijven dan ook noodzakelijk en gehandhaafd. Doe je niets, dan weet je dat je binnen vijf jaar weer net zo ver bent als aan het begin van deze eeuw. Dat moeten we niet willen.”

Essen
Waar de iepziekte onder controle is, geldt dat echter niet voor de essentaksterfte die gestaag oprukt. “De verwachting is dat dit decennium zo’n 10.000 essen in Fryslân gesaneerd zullen moeten worden”, aldus Dam die zich beroept op een eerdere inventarisatie in diverse gemeenten. Ook dat betekent dat er een enorme kaalslag in de provincie zal plaatsvinden. Niet eens omdat de bomen als geheel snel afsterven, maar wel omdat de dode takken gevaar opleveren. “Saneren is op termijn dan ook de enige, juiste oplossing. Een ander recept hebben we tot op heden niet”, aldus Dam.

De SIF prijst zich dan ook gelukkig met de (deels) door het Waddenfonds gefinancierde pilot Bomen in het Waddenlandschap die de afgelopen twee jaar in Fryslân en Groningen haar beslag kreeg. “In Fryslân zijn begin 2022 alle 1350 bomen herplant”, vertelt Dam. “In Groningen verwacht men in 2022 ook zover te zijn.” Volgens de projectleider is dit met het oog op wat er nog gaat uitvallen helaas bij lange na niet genoeg. “Komend jaar zetten we dan ook in op een vervolgproject. Als het even kan samen met Groningen en op termijn wellicht ook met deelnemers in de kop van Noord-Holland.”

Bijdrage aan opgaven
Waar bij de iepziekte resistente iepen werden herplant, zijn en worden er bij Bomen in het Waddenlandschap verschillende soorten ingezet. Niet alleen omdat er (nog) geen resistente essen zijn, maar ook met het oog op het vergroten van de biodiversiteit en beperken van de ziektedruk. “Met de herplant van diverse (inheemse) soorten voorkomen we nieuw kaalslag, mocht er opnieuw een ziekte uitbreken. Bovendien dragen we bij aan het herstel van biodiversiteit, ook niet onbelangrijk in deze tijd”, aldus Dam die het belang van de bomen nog maar eens expliciet onder de aandacht brengt in relatie tot de opgaven waar we de komende decennia voor staan.

 

"Bijdrage aan biodiversiteits- en klimaatdoelen belangrijk"

“Het is vaker gezegd, maar ik wel het toch nog even noemen. Bomen dragen niet alleen bij aan de kwaliteit van steden, dorpen, boerenerven en het landschap, maar ook aan de milieu- en klimaatdoelen. Denk alleen al aan de opslag van CO2, het vasthouden van water en het voorkomen van (bodem)erosie. Bovendien zijn ze belangrijk voor het afvangen van fijnstof. En dan hebben we het nog niet over de bossenstrategie waarmee de overheid de aanplant van bomen de komende jaren sterk wil stimuleren. Stuk voor stuk zaken waar we als collectief aan bijdragen. Wat overigens ook geldt voor de aanpak van invasieve exoten, waarmee we komend jaar – samen met Wetterskip Fryslân – een pilot starten.”






Pilot invasieve exoten van start
Informatie- en kennisdeling staan centraal in aanpak
Begin 2022 starten SIF en Wetterskip Fryslân een driejarige pilot rond de aanpak van invasieve exoten (flora). Dit als logisch vervolg op een eerder onderzoek – in opdracht van de Vereniging van Friese Gemeenten – naar de behoefte aan een collectieve aanpak op dit terrein. Net als boomziekten houdt ook de verspreiding van schadelijke exoten - waaronder watercrassula, Japanse duizendknoop en grote berenklauw - zich niet aan gemeente- en provinciegrenzen. Vooruitlopend op provinciaal beleid, starten de initiatiefnemers de pilot waaraan behalve Wetterskip Fryslân een groot aantal gemeenten en provinciale Waterstaat deelnemen.

Het probleem is dat veel invasieve exoten inheemse soorten verdringen en de biodiversiteit bedreigen. Bovendien vormt een aantal soorten een groot gevaar voor adequaat waterbeheer en indirect de volksgezondheid. Dat en het feit dat er behoefte is aan uitwisseling van informatie, kennis en ervaring in het voorkomen en bestrijden van invasieve exoten maakt een collectieve aanpak interessant. Los van de kosten- en efficiencyvoordelen die behaald kunnen worden.

Kennis delen
Volgens projectleider Gauke Dam wordt de samenwerking, zo bleek uit het onderzoek, breed gedragen. “Wel verschilt de mate waarin organisaties er behoefte aan hebben. Zo kijkt een aantal organisaties eerst nog de kat uit de boom. Hun goed recht, maar het is wenselijk dat ze op termijn wel aansluiten. Hoe meer provinciedekkend we kunnen opereren, hoe beter we de voortwoekering een halt kunnen toeroepen. Daarom is het ook mooi dat bijvoorbeeld Prorail mee wil doen. Het wachten is op de natuurorganisaties en provincie. De natuurbeheerders willen eerst het definitieve, provinciale beleid afwachten.”

Uitvoering blijft bij deelnemers liggen

Uit het eerdere onderzoek werd duidelijk dat niemand zit te wachten op meer bureaucratie en extra kosten. “Samenwerking moet leiden tot een efficiëntere aanpak”, aldus Dam. De uitvoering blijft vooralsnog dan ook bij de deelnemers liggen. Hetzelfde geldt voor het melden. De pilot draait vooral om het delen van informatie, kennis en ervaring. Het eerste jaar staat in het teken van het inventariseren en in kaart brengen van de problemen in de provincie en het vastleggen van praktijkervaringen. Laatste worden gedeeld via de vernieuwde website van de SIF, waarop de pilot onder eigen label een prominente plek krijgt. Verder gaan we kennismeetings organiseren en zal een kerngroep meedenken en praten over de aanpak en nadere invulling van de pilot.”

Vroegsignalering
Dam verklaart de behoefte aan samenwerking, behalve uit de toename van de problematiek,  ook aan de nog beperkte kennis van de bestrijding. “De problemen zijn relatief jong. Betekent ook dat de manier van bestrijden in ontwikkeling is. Denk daarbij ook aan duurzame methoden. Wat is de beste manier en in hoeverre verschilt die per soort en omstandigheden? Dat soort zaken zijn nog lang niet duidelijk en dan is het handig om ideeën, tests en ervaringen te delen.”

Belangrijk doel is ook vroegsignalering. Hoe eerder exoten geconstateerd en gemeld worden, hoe beter en voordeliger er sanering kan plaatsvinden en hoe kleiner de kans op verdere verspreiding. “Betekent ook dat we aan informatievoorziening gaan doen met betrekking tot zowel het herkennen van exoten als het melden daarvan. De website speelt daarin een rol, maar het is ook belangrijk dat de deelnemers hier binnen hun eigen organisatie en communicatie werk van maken.”

Communicatie belangrijk onderdeel

Onwetendheid bij burgers leidt ook tot verdere verspreiding, volgens Dam. “Dump verwijderde exoten bijvoorbeeld niet in de groene container. Dat is het paard achter de wagen spannen. Goede voorlichting  aan zowel burgers, loonbedrijven als groenbeheerders helpt dit soort onbewuste acties voorkomen. We kijken hoe we dit praktisch kunnen inrichten. Als je de voorlichting gezamenlijk oppakt, hoef je het niet allemaal zelf te bedenken. Daarbij maken we zo veel mogelijk gebruik van wat er al is, bijvoorbeeld landelijk, om te voorkomen dat we het wiel opnieuw uitvinden.”






Boomziekten
Continue alertheid vereist
De SIF is opgericht om de iepziekte, die begin deze eeuw (opnieuw) de kop op stak, collectief te bestrijden. Daarmee voorkwam men dat de karakteristieke boom uit het Friese landschap verdween. Sterker. Met een aantal succesvolle herplantprojecten werd het iepenbestand in Fryslân het afgelopen decennium weer op het niveau gebracht van 2005, het oprichtingsjaar van de SIF. Desalniettemin blijven controle en alertheid geboden. Ook met het oog op andere boomziekten en plagen die zich laten gelden en baat hebben bij een collectieve aanpak.

Probleem van de iepziekte is niet alleen dat de meeste iepen het niet overleven. Funest is vooral de besmettelijkheid. Als aangetaste bomen niet direct worden verwijderd, verspreidt de ziekte zich razendsnel. Dat gebeurde eind vorige eeuw, toen de sterke en karakteristieke iep niet opgewassen bleek tegen de schimmelinfectie. Met alle gevolgen voor de landschapskwaliteit vandien. En dan hebben we het nog niet over de biodiversiteit, de opslag van CO2 en de klimaatdoelen waarin bomen zo’n belangrijke rol spelen.

Iepziekte
De iepziekte wordt veroorzaakt door de schimmels Ophiostoma ulmi en Ophiostoma novo ulmi. Als reactie hierop sluit de boom de houtvaten af waardoor de takken verwelken en de boom uiteindelijk sterft. Zomers herken je zieke iepen aan bladeren die geel tot bruin worden en afvallen.

De ziekte kan zich verspreiden via wortelcontact en via de iepenspintkever. Laatste gebeurt wanneer deze kevers hun eitjes leggen onder de bast van besmette bomen. Die kans is groot, aangezien ze het liefst verzwakte bomen kiezen. De larven vliegen later uit als kevers en besmetten andere iepen.

Essentaksterfte
Behalve de iep, is ook de es een veel voorkomende en waardevolle boom in Fryslân. Niet alleen langs de kust, maar ook in andere streken. Het was schrikken toen een kleine tien jaar geleden ook de essentaksterfte de kop op stak in ons land. Ook een schimmelziekte (vals essenvlieskelkje).

De schimmel verspreidt zich met de wind. De eerste symptomen zijn vlekjes op het blad, daarna verkleuren de nerven en sterft het blad. Vervolgens kan de schimmel verder gaan naar de takken. In een later stadium is de ziekte ook aan de bast te herkennen, met donkere verkleuringen bij de takaanzet. De takken kunnen sterven, of mogelijk uiteindelijk de hele boom. De ziekte verspreidt zich minder snel dan de iepziekte. Maar ook in dit geval is actie geboden. Zeker als de aangetaste bomen gevaar opleveren.

De SIF is inmiddels ook actief op dit front. Niet alleen met informeren en kennisdelen, maar ook in praktijk met de herplant van ruim 1350 bomen afgelopen twee plantseizoenen. Dit in het kader van de pilot Bomen in het Waddenlandschap.

Kastanjebloedingsziekte
Paardenkastanjes worden bedreigd door de bacterie Pseudomonas syringae pv aesculi die de kastanjebloedingsziekte veroorzaakt. Deze ziekte ontstaat bij beschadigingen aan de boom. De bacterie kan zich dan vermeerderen in de bast, waardoor die plaatselijk kan afsterven. De boom gaat daar ‘bloeden’.

Er wordt verwoed gezocht naar een middel tegen de ziekmakende bacterie. Ook de SIF zette zich daarvoor in tijdens een wetenschappelijke pilot in Sint Annaparochie. Een oplossing is echter nog niet voorhanden.

Meer ziekten en plagen
De verwachting is dat de klimaatverandering nieuwe ziekten en plagen zal veroorzaken. Zo rukt bijvoorbeeld de eikenprocessierups verder op naar het noorden. De haartjes die de rupsen afscheiden zorgen voor huiduitslag, zwellingen, jeuk en prikkende ogen.

Verschillende bestrijdingsmethoden worden getest en toegepast, van het wegzuigen van de rupsen tot het lokken van vogels met nestkastjes. Ongeacht de methode werkt ook hier bestrijding het beste met een gecoördineerde aanpak.

De SIF monitort behalve de iepziekte, essentaksterfte en de eikenprocessierups meer plagen en ziekten. Bijvoorbeeld de schimmelziektes bladvlekkenziekte (plataan) en inktvlekkenziekte (esdoorn), de door bacteriën veroorzaakte watermerkziekte (wilg) en bacterievuur (meidoorn en diverse fruitbomen), en de wilgenhoutrups, een dikke rups die gaten boort in de onderstam van loofbomen.

Daarbij houdt de SIF zich (nog) niet bezig met actieve bestrijding, maar wel met het zoveel mogelijk verzamelen en delen van kennis. Iets wat ze ook gaat doen bij het onder controle krijgen van invasieve (planten)soorten.






Colofon en disclaimer

Colofon

Binnen de SIF, bestrijden overheden, groen- en private beheerders sinds 2005 samen de iepziekte. Ook is de stichting betrokken bij andere boomziekten en plagen en bij herplant.

SIF
T. 06 1524 7461
E. info@iepenwachtfryslan.nl

Concept & redactie: SIF / Terwisscha & Wagenaar | Schrijfburo

Productie & vormgeving: Terwisscha & Wagenaar | Vormburo

Disclaimer
Er kunnen geen rechten aan de informatie op deze website worden ontleend. Hoewel de SIF zorgvuldigheid in acht neemt bij het samenstellen van dit magazine, kan ze niet instaan voor de juistheid, volledigheid en actualiteit van de geboden informatie.

Juni 2022






Jaarstukken
U kunt hieronder inloggen om de jaarstukken te lezen: